Pak een hardnekkig gedragsprobleem bij pubers aan.

Belangrijk voor de aanpak:

  • Houd een proactieve werkbespreking

Wacht niet tot het ongewenste gedrag zich voordoet. Dan ben je te laat voor afspraken. Houd een kleine ‘werkbespreking’ op een moment dat er niet gecomputerd wordt. Daarin wordt aangegeven wat de jongere kan verwachten als het ongewenst gedrag plaatsvindt.

  • Formuleer het ongewenste gedrag helder

Een voorbeeld: computeren buiten de gestelde tijd. De puber mag eigenlijk twee uur computeren.
Formuleer nu helder wat het ongewenste gedrag is. Doe dat in gedragstermen en slechts een enkel onderwerp. Dus niet: ‘Ik wil dat je gehoorzaamt als ik iets zeg!’ Of: ‘Hou op met zo stom doen!’                                                                                   En ook niet: ‘te lang computeren en ook nog schreeuwen en brutaal doen.’  Dit zijn drie opdrachten en die kun je nooit tegelijk oefenen.  Als je met dit bijkomend ongewenst gedrag iets wilt, maak je daar een apart programma voor – zie boek.
Dan kondig je aan wat de puber kan verwachten als het beschreven ongewenste gedrag voorkomt. Dit in groeitaal-verpakking, maar wel heel duidelijk. Over groeitaal lees je in het boek ‘Echt Wel!’.

  • Verwacht geen medewerking

Je hoeft geen medewerking te verwachten van de puber. Sterker nog: je kunt je beter instellen op commentaren, op  gerichte aanvallen op je achilleshiel. (In mijn praktijk zeiden kinderen soms: ‘O, zeker weer bij Noordzij geweest…!’) Als de jongere aangeeft niet geïnteresseerd te zijn in ‘overleg’ of afspraken, of snel wegloopt uit de ‘werkbespreking’, accepteer dat dan en zeg: ‘ Prima om niet te overleggen, maar dan weet je tenminste dat er vanaf maandag iets dat veranderen..’ Je kunt ook een zinnetje voorbereiden als: ‘Ik zie dat je bezwaar hebt, maar we doen het zo.’
Of: ’Ja, ik vind het ook heel kinderachtig en ik hoop dat het maar kort nodig is.’
Omdat je tevoren weet dat er weerstand komt, hoef je niet bang te zijn dat er weerstand komt en laat je je niet in die discussieval lokken. Er is bijna altijd weerstand te verwachten als je ongewenst gedrag wilt veranderen. Dat is niet erg, bereid je maar voor.

  • Denk tevoren na over de sanctie     

Een sanctie bij pubers is niet makkelijk, omdat je niet achter hen aan kunt lopen om gewenster gedrag af te dwingen. Daarom begeleid je de sanctie met zinnen als: ‘En als ik merk dat het toch gebeurt, kun je dit en dat verwachten.’

Het gaat er niet om dat je met een sanctie iets afdwingt, of direct voor elkaar krijgt dat het ongewenste gedrag verdwijnt. Dat lukt niet en zou altijd extra strijd opleveren. Maar je kunt wel laten zien, dat er wat jou betreft grenzen zijn en dat je ook consequent kunt zijn in het reageren op ongewenst gedrag.
Je kunt bij steeds te laat komen voor de maaltijd door pubers dus ‘aannemen dat ze niet van de catering gebruik maken’. Er wordt door de anderen gegeten en het bord van de laatkomer wordt niet bewaard.

Als de puber dan laat is en alsnog iets uit de pan haalt, of uitgebreid boterhammen gaat smeren, moet hij dat weten. Er wordt niet op gereageerd. Het is alleen duidelijk dat er voorwaarden gehandhaafd worden waaronder hij kan deelnemen aan de gezamenlijke maaltijd. Daarin kun je als ouder -ook als alleenstaande ouder- heel consequent zijn. Heel vaak leidt deze consequentheid op den duur tot een gesprek met de puber. Daarin kun je als ouder helder stellen dat hij echt welkom is, maar dan als lid van het gezin en niet als hotelgast. Als hij uitsluitend onder zijn voorwaarden wil functioneren, moet hij dat vooral doen, maar het is gedrag dat de ouder niet wil en waaraan hij/zij niet meewerkt.

De ouder moet in dat geval niet gaan ‘lekken’ , dwz toch maar wat bewaren, ‘omdat hij toch wat moet eten….’ (in het boek ‘Echt Wel!’ wordt dit beschreven als: het inhoudelijk lek). Hier krijg je hetzelfde effect als ouders die hun kind dreigen met het gaan vragen aan Sinterklaas of die het kind wil meenemen naar Spanje. Het kind hoeft maar een keer te merken dat dat niet doorgaat, om niet meer bang te zijn voor dat soort dreigementen. Bij pubers zie je in dat verband nog al eens dat ze ‘gewoon’ net zo lang doorzeuren totdat de ouder toegeeft. Dat heet in de gedragstherapie ‘intermitterende bekrachtiging. Hier ‘leert’ de ouder het kind ahw te zeuren, want het kind krijgt vroeg of laat toch zijn zin wel. Als je daar iets aan wilt veranderen, is het ongewenste gedrag: het zeuren!

  • Kondig aan, voer uit en evalueer

Bij computertijdoverschrijding kun je als ouder eerst overleggen met de puber. Je kunt ahw ‘voorstellen’ of het een idee is om bij twee geconstateerde overtredingen een dag de stekker te verwijderen, of iets anders waardoor de computer niet bruikbaar is. (Als je als ouder digibeet bent, kun je een winkel of een deskundige kennis raadplegen)

Als de puber niet aan dit gesprek mee wil doen, ‘constateer je dat het ‘nog’ niet mogelijk is dit op een volwassen manier met hem/haar te overleggen en dat je eerst op een jonger niveau zult ingrijpen. Je kondigt aan dat je dat een week zo zult doen en dat je dan weer een poging onderneemt om in gespek te komen.

Dan kondig je de eigenlijke sanctie aan. Ook die hoeft  niet draconisch te zijn, maar wel weer consequent. Hij kan liggen op het gebied van het inhouden van zakgeld, of van bepaalde geneugten die de puber van de ouder gewend was, bijvoorbeeld vervoer, of uitjes, of kleren.

Het hoeft dus niet op het gebied van computeren te liggen. Er worden eenvoudigweg voorwaarden gesteld, die consequent gehandhaafd blijven, maar waarin de puber ‘vrij’ is om te kiezen of hij zich op jonger niveau of op leeftijdsniveau wil laten behandelen.

Je kunt met de puber na een week, of een andere door de ouder (sic!) gestelde tijd ‘evalueren’.
Tot die tijd blijft de sanctie gelden. Er wordt niet tussentijds gestopt of onderhandeld, noch moet de ouder ingaan op ‘bedelen’. Door zich aan die gestelde tijd te houden, neemt de ouder de puber heel serieus in diens keuze voor bepaald gedrag. ‘Je kunt het zo doen, maar dan word je daar ook op aangesproken cq afgerekend.’

Als de puber aangeeft zich nu beter aan de computertijd te willen houden, blijft het programma intact. Er wordt steeds een periode bepaald waarna gekeken wordt hoe het gaat. Als het niet gaat, kan de ouder besluiten de sanctie te herhalen.
Maar steeds in groeitaal en bedoeld als ‘oefening’ om gedrag van leeftijdsniveau te vertonen. En met leeftijdsniveau wordt dan bedoeld: ‘in staat je als mens van 16 jaar aan afspraken te houden’.

  • Verwacht een poging tot de-stabiliseren

De puber zal proberen inhoudelijke discussies uit te (blijven) lokken. Binnen de tijd waarin de sanctie uitgevoerd wordt, worden die niet gehonoreerd. De tijd van discussies komt weer als we daarmee klaar zijn. Bij de bv wekelijkse evaluaties wordt alleen het verloop van de ‘oefening’ besproken en niet de gewenstheid van de oefening. (Dit versterkt het effect).

De poging tot de-stabiliseren kan heftige vormen aannemen. Als de puber verdedigt dat hij/zij als zestienjarige ‘met jou niets te maken heeft’, of verkondigt dat hij/zij: ‘ook mijn rechten heb’, dan is de discussie heel eenvoudig. De ouder meldt dat hij/zij nu ‘eenmaal gehouden is de puber goed op te voeden en dat daar ruimte bij hoort, maar ook begrenzing’. Daar is namelijk geen speld tussen te krijgen!

Als het ertoe leidt dat de puber heel erg tegen blijft, kun je als ouder stellen, dat er voorwaarden gelden waaronder hij/zij in dit huis kan wonen, zoals in elk huis. Over twee jaar kan de puber besluiten elders te wonen. Nu heeft de ouder de verantwoordelijkheid.

Je ziet dat deze discussie nauwelijks ‘inhoud’ heeft. Dat is zo, omdat het op dit functioneringsniveau van een puber vaak gaat om het de-stabiliseren van de volwassene en niet om een echt gesprek waarbij argumenten uitgewisseld worden en waarvan beide partijen leren. Dat kan pas weer op een hoger functioneringsniveau.

Dit is een blauwdruk voor de aanpak van een gedragsprobleem bij een puber.